Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de priester van Jupiter, [19]die voor hun stad was, als hij ossen en [20]kransen aan de [21]voorpoorten gebracht had, wilde hij offeren met de scharen. 19. Dat is, wiens tempel, beeld, of altaar, buiten hunne stad of in de voorstad stond. 20. Namelijk met welke de heidenen de beesten versierden, die zij hunnen afgoden offerden. 21. Of, portaal; namelijk van het huis waar Paulus en Barnabas in waren gelogeerd, om die aldaar te offeren.